Inkomstenbelasting - Saldomethode van toepassing op ten onrechte afgetrokken premies

De Hoge Raad oordeelt dat de in een aantal jaren onterecht afgetrokken lijfrentepremies toch in mindering komen op de te belasten afkoopsom.

M heeft na 15 oktober 1990 een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule afgesloten tegen premiebetaling. Vanaf 1 januari 1992 zijn voor deze verzekering de regels van de pre Brede Herwaardering niet meer van toepassing. De verzekering voldoet ook niet aan de regels van de Brede Herwaardering. M heeft dan ook geen recht meer op premieaftrek. Toch brengt M de premies in mindering op zijn inkomen.

Voor de jaren 1994 tot en met 1998 corrigeert de inspecteur M's aangifte en wordt de premieaftrek teruggedraaid. De premies die M in 1992, 1993 en 1999 heeft afgetrokken, worden niet gecorrigeerd. In 2004 koopt M zijn verzekering af.

In geschil is of voor de premies betaald in 1992, 1993 en 1999 de saldomethode van toepassing is, zodat M deze premies in mindering mag brengen op de te belasten afkoopsom. Daarnaast is in geschil of in verband met de afkoop sprake is van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen.

Net als het Hof Arnhem en de Advocaat-Generaal (zie: Onterecht afgetrokken lijfrentepremies verminderen belaste afkoopsom) , oordeelt de Hoge Raad dat M de saldomethode inderdaad mag toepassen. De ten onrechte in aftrek gebrachte premies komen in mindering op de afkoopsom. De ten onrechte in aftrek gebrachte premies kwalificeren niet als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen. De in 1990 en 1991 terecht in aftrek gebrachte premies worden wel als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen aangemerkt. M moet inkomstenbelasting betalen over de afkoopwaarde verminderd met de vanaf 1992 betaalde premies.

Negatieve uitgaven
Omdat M de verzekering na 15 oktober 1990 heeft afgesloten en na 1 januari 1992 nog premies heeft betaald, viel zijn verzekering vanaf 1 januari 1992 onder de regels van de Brede Herwaardering. Onder de Brede Herwaardering waren de regels voor premieaftrek strenger dan onder de pre Brede Herwaardering. Konden de premies niet of niet geheel in aftrek worden gebracht, dan viel de lijfrenteverzekering voor dat gedeelte onder de saldomethode. Uit dit arrest volgt dat daarvoor niet van belang is of de premies in aftrek zijn gebracht. Bepalend is of de premies in aftrek konden worden gebracht. Was dat niet het geval, dan mag de saldomethode worden toegepast.

Ook voor het in aanmerking nemen van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen wordt niet gekeken naar de premies die in aftrek zijn gebracht, maar naar de premies die in aftrek konden worden gebracht. Van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen is sprake als een lijfrenteverzekering niet meer aan de voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld omdat de verzekering wordt afgekocht. De destijds terecht in aftrek gebrachte premie wordt dan alsnog teruggenomen. In dit geval gold dat voor de premies die waren betaald in 1990 en 1991. Vanaf 1992 konden de premies niet in aftrek worden gebracht en deze premies kunnen dan ook niet als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking worden genomen.

< terug