Geen navordering na afzien deel stamrechtaanspraak door belanghebbende dd 8 februari 2016

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet beschikt over een nieuw feit en vernietigt de navorderingsaanslag ter zake van de stamrechtverplichting.

X heeft een stamrecht-bv. In 2007 wordt X 65 jaar. X laat een pensioenkapitaal aan zijn bv overdragen. De bv brengt de uitkeringen aan X in 2007 ten laste van de pensioenvoorziening. Er zijn geen uitkeringen ten laste van de stamrechtvoorziening gebracht. In 2012 legt de inspecteur een navorderingsaanslag op over 2007. Hij verhoogt X' inkomen met de waarde van de stamrechtaanspraak. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur beschikt over een voor navordering noodzakelijk nieuw feit.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet beschikt over een nieuw feit en vernietigt de navorderingsaanslag. X geeft in 2007 tot een aanzienlijk bedrag zijn aanspraak uit hoofde van het stamrecht prijs. Deze afname is niet tot uitdrukking gekomen in de winst van de bv. De inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag inkomstenbelasting de aangifte vennootschapsbelasting niet geraadpleegd. Bij kennisname daarvan zou de omvangrijke afname van de stamrechtverplichting voor de inspecteur direct waarneembaar zijn geweest. Dit zou tot de constatering leiden dat sprake is van prijsgave van een deel van de stamrechtaanspraak.

[Bron Uitspraak]
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Wet op de loonbelasting 1964 19b

< terug